Hoogdag voor de koers en voor mezelf
Op een zaterdagavond in november vorig jaar zag ik dat de inschrijvingen voor de Ronde van Vlaanderen Cyclo gestart waren. Languit in de zetel liggend, schreef ik me in voor de volledige afstand. De 250 kilometer moest lukken, dacht ik zo. In juli was ik namelijk aan een intensief loopschema begonnen dat ik, nog steeds trouwens, mooi volhield.
Op 5 april was het dan eindelijk zover, het trainingsschema dat ik in november voor ogen had, werd niet echt gerealiseerd. Met wel voldoende loopkilometers in de benen maar met slechts 330 fietskilometers vatte ik de Ronde aan. Om 6 uur afspraak met de groep in Roeselare om dan om 7 uur stipt te vetrekken in Brugge. Met een groep van zo’n 20 man vertrokken we voor een tocht 250 kilometer. Velen keken raar op toen ik startte, nog steeds dezelfde kledij als 12 jaar geleden en nog straffer hetzelfde materiaal als 12 jaar geleden. Ik heb de fiets inderdaad de voorbije jaren wat opzij geschoven. Iets wat ik na 5 april zeker niet meer van plan ben. Maar het materiaal was misschien wel oud maar zeker niet versleten. Achteraf bleek wel dat ik met een te groot voorblad was vetrokken. Absoluut niet ideaal bleek achteraf.
De eerste 120 kilometer verliepen vlot. Zeker ook dankzij de groep die er een mooi tempo op na hield. Zonder grote incidenten zijn we vlot aan de eerste heuvels aangekomen. Meteen bleek dat mijn kleinste versnelling in vergelijking met de rest toch een pak groter was dan die van de rest. Wat ook aan mijn klimstijl te zien was. Met een te groot verzet ben ik toch mooi overal boven geraakt en heb ik om 17.40 de finish bereikt. Verrassend genoeg voelde ik aan de finish dat niet alle op was. Dit toont toch aan dat de conditie toch redelijk in orde is.
De dag erop stond ik opnieuw om 7 uur in Brugge. Ditmaal om voor de 15de maal op rij de start te volgen van DE Rond van Vlaanderen. Nu al uitkijkend naar Parijs-Roubaix.
Het is altijd leuk om doelen na te streven en nog meer om die dan ook te bereiken. Al moet ik toegeven dat de voorbereiding eigenlijk even intensief is als het bereiken van het doel zelf. Het is niet omdat een doel niet werd bereikt dat de voorbereiding uiteindelijk niet nuttig was.
Nu is het reeds uitkijken naar het volgende doel. Dit zou wel eens de marathon kunnen zijn. De afstand heb ik al eens eenmaal in de benen maar nog nooit in een officiële wedstrijd.